Het huismerk rukt op, ten koste van het A-merk. Steeds vaker kiest de consument voor het goedkopere huismerk en laat hij de A-merken liggen. Waarschijnlijk omdat het gevecht Prijs vs. Merkwaarden in tijden van crisis gewonnen wordt door, u raadt het al, Prijs.
En daarom is Unilever op 25 mei een campagne gestart om haar A-merken te profileren. In print en op tv worden de voordelen van de verschillende merken uitgelicht. Het zijn heldere uitingen die vooral inspelen op de kwaliteit van het product. Heel stoer en zelfverzekerd roepen de uitingen op tot vergelijk met hun goedkopere varianten.
Heldere uitingen, alleen roepen ze bij mij veel vragen op. Vooral over wat de consument nu denkt. Want het ene moment is Rexona de futuristische-Minority-Report-deo en het andere moment de 48-uur-werkende-op-miljoenen-oksels-geteste-deo.
En het ene moment smeer je een boterham met hoe-groot-wil-je-worden-pindakaas en het andere moment komt er onverzadigde-vetten-en-vitamine-e-pindakaas uit diezelfde pot.
Naast dat het heel verwarrend is, vraag ik me sterk af of het een verstandige zet is van Unilever om het doosje met merkwaarden even in de kast te zetten. En, misschien nog wel erger, om over alle individuele merkcampagnes heen te stappen. Voor mij voelt het heel erg alsof papa Unilever tegen 8 van zijn 1600 kinderen heeft gezegd: “Ik los dat probleempje met die huismerken wel even op. Laat papa maar even.”