Door het ongeluk met boorplatform Deepwater Horizon is energieconcern BP zijn plaats in de tophonderd van ‘Best Global Brands’ kwijt. Dat blijkt uit de ranglijst die merkenbureau Interbrand gisteren publiceerde.
Amerikaanse congresleden lieten onlangs weten dat BP de reclame-uitgaven sinds de olieramp in de Golf van Mexico verdriedubbelde om het bezoedelde imago schoon te poetsen.
Het was niet genoeg om in de tophonderd te blijven, maar het was goed voor de reclamemakers die BP inhuurde. Zij zijn daarmee de winnaars van de olieramp. En ze zijn niet de enigen. De ramp, waarbij tientallen miljoenen liters ruwe olie de zee in stroomden, kwam ook andere groepen niet slecht uit.
Oceanologen kregen door de luchtbeelden van de verspreidende olie duidelijk voor ogen hoe de stroming op de wereldzeeën is. De olie werkte als een contrastmiddel, zoals kleurstof dat doet bij darmonderzoek.
Televisiekijkers wereldwijd zagen dankzij onderwatercamera’s in close-up hoe olie uit een pijpleiding de zee in lekt. Voor hen was de ramp een buitenkans om te zien wat mogelijk is met moderne cameratechnieken.
Zonnebaders konden zich insmeren met ruwe olie die op stranden kwam aanspoelen. Ruwe olie schijnt een betere zonblokker te zijn dan Factor 50. Stukken huid die verbrand waren, verbrandden niet verder na het smeren van ruwe olie.
De huidige fans van Barry Hay kunnen tegen hun (klein)kinderen zeggen dat zij tijdgenoten waren van de zanger én dat ze de historische ramp, net als hun idool, hebben overleefd.
Tot slot: de nakomelingen van pelikanen die de ramp overleefden, zullen beter bestand zijn tegen olie en toekomstige olierampen. Er is een gerede kans dat ze een verendek krijgen waarop olie minder goed hecht. Dat is een kwestie van evolutie.
Roept u maar