Vandaag verschijnt het boek ‘Wat we kunnen missen’. Het wordt een manifest tegen de overdaad genoemd. Dertig schrijvers rekenen erin af met hinderlijke, onnodige verschijnselen.
Zo houdt presentator Arie Boomsma een pleidooi tegen monumentale kunst in de openbare ruimte. Tegen de abstracte, overwegend roestige objecten langs snelwegen en op grasvelden. De gigantische objecten die niet kapot te krijgen zijn, laat staan weg te slepen.
Tot zover de reclame voor dat boek. Over naar het billboard, want het billboard is de ware kunst in de openbare ruimte. Neem het billboard op de foto met de worsten van Leclerc erop.
Passanten doen waar ze goed in zijn en lopen er voorbij. Sommigen lopen rechtstreeks door naar de supermarkt om worst te kopen. Alsof ze geen vrije wil meer hebben. Of juist doordat ze een vrije wil hebben en zin in iets hartigs.
Dat is kunst: mensen een worst voorhouden en hen ertoe bewegen worst te kopen, omdat ze er zelf zin in hebben gekregen. Het is moderne kunst. Kunst in een tijd die onttoverd is door wetenschap. Een tijd zonder bemoeienis van goden, waarin iedereen doe-het-zelver is, heer en meester over het eigen lot.
Een tijd waarin Poseidon, de god met de drietand, mensen niet meer ingeeft dat ze de wereldzeeën moeten bevaren. Waarin Hermes, de god met de gevleugelde sandalen, hen er niet toe brengt al wat ze onderweg tegenkomen, te pakken en bij terugkeer te verhandelen.
Een tijd, ter afronding, waarin plusminus iedereen de baas is over zijn gedachten, voorkeuren, verlangens en wensen. En precies doet wat een billboard aan de straatkant hem ingeeft.